Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)
Richtsnoeren Clementietoezegging
met betrekking tot het niet opleggen of verminderen van geldboeten
in zaken ingevolge de artikelen 6 juncto 56, 57 en 62 Mededingingswet
Inleiding
1. Een van de taken van de Nederlandse Mededingingsautoriteit is
handhavend optreden indien er sprake is van overtreding van artikel 6,
eerste lid, van de Mededingingswet (verboden mededingingsbeperkende
afspraken en gedragingen). De Richtsnoeren Clementietoezegging
(Richtsnoeren) zien met name op verboden mededingingsbeperkende
afspraken en gedragingen tussen ondernemingen die kunnen worden
aangemerkt als zeer zware overtredingen van het verbod van artikel 6
Mededingingswet (Mw) (ook kartels). Met deze Richtsnoeren beoogt de
directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (d-g NMa)
met de hem ter beschikking staande middelen zo efficiënt mogelijk op
te treden door informatie te verkrijgen over kartels en effectiever
bij te dragen aan de opsporing, sanctionering en beëindiging van
kartels.
Clementie
2. Ingevolge artikel 56, eerste lid, Mw kan de d-g NMa bij overtreding
van artikel 6, eerste lid, Mw aan natuurlijke of rechtspersonen aan
wie de overtreding kan worden toegerekend een boete opleggen. De d-g
NMa heeft ten aanzien van het opleggen van een boete een
discretionaire bevoegdheid. De d-g NMa kan aan ondernemingen die
betrokken zijn (geweest) bij een kartel toezeggen dat hij afziet van
het opleggen van een boete (boete-immuniteit) of vermindering van de
boete toekennen (boetevermindering) die op basis van de
Mededingingswet kan worden opgelegd. In deze Richtsnoeren worden
boete-immuniteit en boetevermindering tezamen ook aangeduid met
clementie.
Achtergrond
3. Het kan voorkomen dat een onderneming die betrokken is (geweest)
bij een kartel, haar betrokkenheid bij dit kartel wil beëindigen en de
NMa van het kartel op de hoogte wil stellen, maar daarvan wordt
weerhouden door vrees voor hoge boetes. Ten einde zulke ondernemingen
aan te moedigen om de NMa op de hoogte te stellen van het bestaan en
de activiteiten van een kartel, kan de d-g NMa de onderneming
clementie toekennen. Het in aanmerking komen voor clementie is
gebonden aan voorwaarden (zie § A, § B en § C).
Belang
4. Een clemente behandeling van de karteldeelnemer die de NMa kennis
geeft van een kartel en die het onderzoek naar dat kartel mogelijk
maakt of wezenlijk aan dit onderzoek bijdraagt, komt naar het oordeel
van de NMa ten goede aan de opsporing, sanctionering en beëindiging
van overtredingen van de Mededingingswet. Dit bevordert de efficiënte
werking van markten en voorkomt of vermindert de benadeling van
afnemers en consumenten door kartels. Voorts is van belang dat de
Europese Commissie en vele andere mededingingsautoriteiten binnen en
buiten de Europese Unie in enigerlei vorm soortgelijke Richtsnoeren
kennen (vaak aangeduid als een leniency regeling). De mogelijkheid
tot verlening van clementie wordt aangemerkt als een belangrijk
instrument voor de opsporing van (internationale) kartels. In
OESO-verband is uitdrukkelijk op dit belang gewezen. De European
Competition Authorities (ECA), het samenwerkingsverband van de
Europese mededingingsautoriteiten, heeft tijdens zijn bijeenkomst in
Dublin in september 2001 Principles for Leniency Programmes
aangenomen. Deze zijn bij het vaststellen van de onderhavige
Richtsnoeren in acht genomen.
A. Boete-immuniteit
5. Aan een onderneming die de NMa kennis geeft van een kartel waaraan
door de onderneming is of wordt deelgenomen, voordat ter zake door de
NMa een onderzoek is aangevangen, wordt boete-immuniteit toegezegd
voor de boete die ter zake overeenkomstig de artikelen 56 juncto 57 Mw
kan worden opgelegd, indien naar het oordeel van de d-g NMa voldaan is
aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
a. De onderneming verschaft de NMa als eerste informatie over het
kartel, over welke informatie de NMa voordien nog niet beschikte en
welke informatie voldoende aanleiding biedt een onderzoek naar het
kartel te starten;
b. De onderneming heeft geen andere onderneming tot deelname aan het
kartel gedwongen;
c. De onderneming verschaft de NMa tot de vaststelling van de
sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw alle informatie,
documenten en andere bewijsmiddelen met betrekking tot het kartel,
zodra de onderneming daarover de beschikking heeft, krijgt of kan
krijgen;
d. De onderneming verleent de NMa tot de vaststelling van de
sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw volledige
medewerking voor zover dit redelijkerwijs van de onderneming verlangd
kan worden , waaronder het afleggen van verklaringen door
leidinggevenden, werknemers, alsmede organen van de rechtspersoon;
e. De onderneming onthoudt zich tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw van iedere gedraging die het onderzoek van de NMa zou kunnen belemmeren.
B. Boetevermindering (ten minste 50 %)
6. Aan een onderneming die de NMa kennis geeft van een kartel waaraan
door de onderneming is of wordt deelgenomen, maar nadat de NMa ter
zake een onderzoek is aangevangen, doch voordat de NMa dit onderzoek
heeft afgerond met een rapport als bedoeld in artikel 59 Mw, wordt een
boetevermindering voor de boete die ter zake overeenkomstig de
artikelen 56 juncto 57 Mw kan worden opgelegd, toegezegd van ten
minste 50 % - welke kan oplopen tot boete-immuniteit indien de d-g NMa
dat gelet op de waarde van de geleverde informatie, het stadium van
het onderzoek en de overige omstandigheden van het geval doelmatig
acht -, indien naar het oordeel van de d-g NMa voldaan is aan de
volgende cumulatieve voorwaarden:
a. De onderneming verschaft de NMa als eerste informatie over het
kartel, welke informatie additionele waarde heeft;
b. De onderneming heeft geen andere onderneming tot deelname aan het
kartel gedwongen;
c. De onderneming verschaft de NMa tot de vaststelling van de
sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw alle informatie,
documenten en andere bewijsmiddelen met betrekking tot het kartel,
zodra de onderneming daarover de beschikking heeft, krijgt of kan
krijgen;
d. De onderneming verleent de NMa tot de vaststelling van de
sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw volledige
medewerking voor zover dit redelijkerwijs van de onderneming
verlangd kan worden, waaronder het afleggen van verklaringen door
leidinggevenden, werknemers, alsmede organen van de rechtspersoon;
e. De onderneming onthoudt zich tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw van iedere gedraging die het onderzoek van de NMa zou kunnen belemmeren.
C. Boetevermindering (10 % tot en met 50 %)
7. Aan een onderneming die kennis geeft van een kartel waaraan door de
onderneming is of wordt deelgenomen, maar dit niet als eerste doet of
niet voldoet aan voorwaarde b. van randnummers 5 of 6, wordt toegezegd
dat voor de boete die ter zake overeenkomstig de artikelen 56 juncto
57 Mw kan worden opgelegd, een naar redelijkheid vast te stellen
boetevermindering van ten minste 10% en ten hoogste 50% zal worden
verleend, indien naar het oordeel van de d-g NMa aan de volgende
cumulatieve voorwaarden is voldaan:
a. De onderneming verschaft de NMa, voordat de NMa ter zake een
rapport als bedoeld in artikel 59 Mw heeft uitgebracht, informatie
over het kartel, welke informatie additionele waarde heeft;
b. De onderneming onthoudt zich tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw van iedere gedraging die het onderzoek van de NMa zou kunnen belemmeren.
D. Berekening boetevermindering
Percentage boetevermindering
8. Het percentage van de boetevermindering, zoals bedoeld in
randnummers 6 en 7, wordt onder meer bepaald aan de hand van het
tijdstip waarop de informatie is verstrekt en de additionele waarde
van de verschafte informatie in vergelijking met de informatie
waarover de NMa uit andere hoofde de beschikking heeft, alsmede de
overige omstandigheden van het geval. Ter bepaling van de omvang van
boetevermindering zoals bedoeld in randnummer 7 neemt de d-g NMa
tevens in aanmerking de mate van overige verdergaande medewerking dan
waartoe de onderneming wettelijk is gehouden.
Additionele waarde
9. Informatie heeft additionele waarde wanneer met behulp daarvan het
bewijs van de vermoedelijke overtreding van de Mededingingswet kan
worden geleverd, over welk bewijs de NMa niet reeds beschikte.
Boeteberekening bij boetevermindering
10. De boete waarover vermindering wordt verleend, wordt met
inachtneming van de omstandigheden van het geval op gelijke wijze
bepaald als de boete van de karteldeelnemers die niet in aanmerking
komen voor clementie. Indien boetevermindering op basis van deze
Richtsnoeren plaatsvindt, wordt de door de onderneming verstrekte
medewerking daarnaast niet afzonderlijk in aanmerking genomen als
boeteverlagende omstandigheid zoals bedoeld in de Richtsnoeren
boetetoemeting. Informatie wordt ten aanzien van een onderneming,
die conform randnummers 6 of 7 kennis geeft, bij de berekening van de
boete die aan deze onderneming kan worden opgelegd buiten beschouwing
gelaten, indien deze onderneming informatie verstrekt waarover de NMa
nog niet beschikte, uit welke informatie blijkt dat de ernst van de
inbreuk door het kartel op de Mededingingswet groter is, of dat de
duur van het bestaan van het kartel langer is, dan de NMa tot voordien
bekend was.
E. Procedure kennisgeving
Kennisgeving
11. Een onderneming die in aanmerking wenst te komen voor clementie
dient zich uitsluitend te wenden tot het clementiebureau van de NMa.
De bij het clementiebureau werkzame functionarissen zijn medewerkers
van de NMa die niet feitelijk belast zijn met toezichts- en
onderzoekstaken in het kader van artikel 6 Mw. Zij oefenen hun
werkzaamheden voor het clementiebureau uit onder de
verantwoordelijkheid van de d-g NMa. Zij kunnen namens de d-g NMa
spreken met ondernemingen die op grond van deze Richtsnoeren
kennisgeven van een kartel, ter zake voorwaardelijke toezeggingen doen
en ter zake schriftelijke voorwaardelijke toezeggingen,
Clementietoezeggingen , ondertekenen. Het clementiebureau is
bereikbaar onder telefoonnummer 070 330 17 10, faxnummer 070 330 17 00
en per e-mail NMa_clementie@minez.nl. De onderneming doet zich in
haar contacten met het clementiebureau vertegenwoordigen door een
persoon die de bevoegdheid heeft namens haar bindende afspraken te
maken. De onderneming dient in haar eerste contact met het
clementiebureau zo volledig mogelijk inzicht te geven in de aard van
de te verschaffen informatie.
Anonieme kennisgeving
12. Het eerste contact zoals bedoeld in randnummer 11 kan op anonieme
basis geschieden mits de onderneming wordt vertegenwoordigd door een
advocaat of een andere gemachtigde die voor dat doel door het
clementiebureau is aanvaard. In het geval dat het eerste contact op
basis van anonimiteit heeft plaatsgevonden, dient de betrokken
onderneming in beginsel binnen drie werkdagen na dit contact, op
straffe van verval van de kennisgeving, haar anonimiteit richting (het
clementiebureau van) de NMa te hebben opgeheven. Indien daarvoor naar
de mening van de NMa goede redenen bestaan, kan in een concreet geval
een andere termijn worden toegestaan.
Individuele kennisgeving
13. Kennisgeving kan slechts individueel geschieden. Een kennisgeving
gedaan door twee of meer karteldeelnemers gezamenlijk wordt niet in
behandeling genomen.
Rangorde
14. De vraag of een onderneming als eerste kennis heeft gegeven van
een kartel, wordt beantwoord aan de hand van datum en tijd waarop het
eerste contact telefonisch, mondeling of schriftelijk tussen die
onderneming en het clementiebureau heeft plaatsgehad , waarin een
onmiskenbaar beroep is gedaan op de Richtsnoeren, ook wanneer dit
contact op basis van anonimiteit is geschied. Kennisgevingen worden
behandeld in volgorde van binnenkomst.
Bevestiging
15. Het clementiebureau zendt de kennisgevende onderneming onverwijld,
ingeval van anonieme kennisgeving na opheffing van de anonimiteit, een
schriftelijke bevestiging van de datum en het tijdstip van ontvangst
van de kennisgeving. Tevens wordt hierin, in voorkomend geval,
aangegeven dat de onderneming de kennisgeving als eerste heeft gedaan.
F. Clementietoezegging
Boete-immuniteit
16. Ingeval van boete-immuniteit in de zin van randnummers 5 en 6
geeft het clementiebureau zo spoedig mogelijk nadat de onderneming die
een beroep heeft gedaan op de Richtsnoeren alle informatie heeft
verschaft waarover zij beschikt, schriftelijk aan de onderneming te
kennen dat door de d-g NMa boete-immuniteit wordt toegezegd.
Boetevermindering
17. Ingeval van een boetevermindering in de zin van randnummer 6 geeft
het clementiebureau zo spoedig mogelijk nadat de onderneming die een
beroep heeft gedaan op de Richtsnoeren alle informatie heeft verschaft
waarover zij beschikt, schriftelijk aan de onderneming te kennen welk
percentage boetevermindering door de d-g NMa wordt toegezegd.
18. Ingeval van een boetevermindering in de zin van randnummer 7 geeft
het clementiebureau zo spoedig mogelijk nadat de onderneming die een
beroep heeft gedaan op de Richtsnoeren de informatie heeft verschaft,
schriftelijk aan de onderneming te kennen dat door de d-g NMa een
boetevermindering van tenminste 10 % wordt toegezegd. Het
uiteindelijke exacte percentage boetevermindering in de zin van
randnummer 7 zal op het tijdstip van het uitbrengen van het rapport
als bedoeld in artikel 59 Mw, of zoveel eerder als mogelijk onder de
omstandigheden van het geval, schriftelijk aan de onderneming worden
medegedeeld.
Clementietoezegging
19. Het clementiebureau legt de toezegging, zoals hierboven in
randnummers 16, 17 en 18 bedoeld, vast in een Clementietoezegging
(Bijlage I) . De onderneming dient de Clementietoezegging te
ondertekenen en aan het clementiebureau te retourneren, alsmede de in
de Clementietoezegging geformuleerde voorwaarden onvoorwaardelijk te
aanvaarden en na te (doen) leven.
20. De d-g NMa is zich ervan bewust dat deze Richtsnoeren rechtmatige
verwachtingen wekken waarop ondernemingen mogen vertrouwen wanneer zij
op grond van de Richtsnoeren kennisgeven van een kartel.
Boetetoemeting
21. Bij de vaststelling van de beschikking zoals bedoeld in artikel 62
Mw, waarmee de d-g NMa optreedt tegen de deelnemers aan het kartel,
vergewist de NMa zich er in het voorkomend geval van dat de
voorwaarden waaronder de toezegging tot clementie is gedaan, zijn
nageleefd. Wanneer een onderneming die boete-immuniteit is toegezegd
de voorwaarden heeft nageleefd, komt de d-g NMa de toezegging na en
wordt aan de desbetreffende karteldeelnemer geen boete opgelegd.
Wanneer een onderneming boetevermindering is toegezegd en deze
onderneming heeft de voorwaarden waaronder de clementie is toegezegd
nageleefd, wordt door de d-g NMa op de boete het toegezegde percentage
boetevermindering in mindering gebracht.
Verval van clementie
22. Wanneer een onderneming naar het oordeel van de d-g NMa de
voorwaarden waaronder clementie is toegezegd niet heeft nageleefd,
vervalt de toezegging van de d-g NMa, hetgeen de onderneming
schriftelijk zal worden medegedeeld, en zal de d-g NMa de boete voor
de betrokken onderneming op gelijke wijze bepalen als de boete van de
karteldeelnemers die niet in aanmerking komen voor clementie.
G. Reikwijdte
23. Verlening van clementie op grond van de Richtsnoeren heeft alleen
gevolgen met betrekking tot het niet opleggen of verminderen van
boeten in zaken ingevolge de artikelen 6 juncto 56, 57 en 62 Mw en
biedt de karteldeelnemer geen bescherming tegen mogelijke andere
gevolgen van betrokkenheid bij het kartel, zoals civielrechtelijke
gevolgen of sanctionering door andere mededingingsautoriteiten.
24. Clementie in de zin van deze Richtsnoeren wordt toegezegd voor de
overtreding die plaats heeft gevonden in de periode tot het moment van
ondertekening van de Clementietoezegging.
25. Indien daar aanleiding toe is, wordt de kennisgevende onderneming
aangeraden zich ook tot buitenlandse mededingingsautoriteiten,
respectievelijk de Europese Commissie, te wenden . Informatie over
adressen en contactpersonen wordt desgewenst door de NMa aan de
onderneming verschaft.
H. Informatie
Vertrouwelijkheid
26. Informatie die wordt verstrekt in het kader van een verzoek om
clementie, welke informatie aan te merken is als informatie in de zin
van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), wordt
vertrouwelijk behandeld, tenzij de NMa rechtens tot inzage en/ of
verstrekking daarvan is gehouden. De identiteit van de kennisgevende
onderneming wordt voorafgaand aan het rapport als bedoeld in artikel
59 Mw niet openbaar gemaakt buiten de gevallen waarin daartoe een
rechtsplicht bestaat.
In voorkomende gevallen wordt de onderneming voorafgaande aan de
informatieverstrekking op de hoogte gesteld.
Gebruik van informatie
27. Informatie die verkregen is op basis van deze Richtsnoeren zal
niet worden verstrekt aan andere bestuursorganen dan wel buitenlandse
instellingen, tenzij de d-g NMa rechtens tot verstrekking is gehouden
of de kennisgevende onderneming haar instemming heeft gegeven voor het
verstrekken van de betreffende informatie.
I. Evaluatie en aanpassing
28. Na toepassing van deze Richtsnoeren in een voldoende aantal zaken
zullen de ervaringen daarmee worden geëvalueerd. Zonodig zal
aanpassing of herziening van de Richtsnoeren plaatsvinden.
J. Inwerkingtreding
29. Deze richtsnoeren treden in werking met ingang van de dag na
publicatie ervan in de Nederlandse Staatscourant.
Den Haag, 28 juni 2002
w.g. A.W. Kist
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit
Bijlage I
Clementietoezegging
Voorwaardelijke toezegging van de directeur-generaal van de
Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: d-g NMa) als bedoeld in de
Richtsnoeren Clementietoezegging tot het
van een boete die ingevolge de artikelen 6 juncto 56 en 57
Mededingingswet (hierna: Mw) kan worden opgelegd wegens de deelname
aan kartelactiviteiten. Deze toezegging is voorwaardelijk in die zin
dat zij afhankelijk is van de vervulling door (volledige naam
onderneming, met statutaire vestigingsplaats (hierna: [naam
onderneming))) van de voorwaarden zoals hieronder geformuleerd.
1. Op om uur heeft het clementiebureau van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) van
handelend als rechtsgeldig vertegenwoordiger van
een kennisgeving ontvangen van betrokkenheid van
bij een mogelijke overtreding van artikel 6 Mw.
2. Een omschrijving van de feiten die de mogelijke overtreding
uitmaken is aan deze voorwaardelijke toezegging gehecht en maakt
daarvan deel uit. Het aldus omschreven feitencomplex wordt hierna
aangeduid als: de overtreding.*
3. handelend in zijn functie van
clementiefunctionaris ten behoeve van het clementiebureau heeft
vastgesteld dat conform de Richtsnoeren
Clementietoezegging als eerste kennis heeft gegeven van de
overtreding.
4. heeft vastgesteld dat de NMa
voorafgaand aan de kennisgeving door een
onderzoek naar de overtreding was gestart.
5. (Alleen op te nemen in geval van clementie op grond van randnummers
5 of 6 van de Richtsnoeren Clementietoezegging:)
heeft verklaard geen andere onderneming tot deelname aan de
overtreding te hebben gedwongen.
6. Aan wordt door de d-g NMa toegezegd dat indien
aan de voorwaarden, zoals hieronder onder randnummer 7 genoemd, wordt
voldaan, (aan haar ter zake van de overtreding geen boete wordt
opgelegd/ op de boete die haar ter zake van de overtreding kan worden
opgelegd, een reductie als bedoeld in randnummer 6 van de Richtsnoeren
Clementietoezegging wordt toegepast van %/ op de boete die haar
ter zake van de overtreding kan worden opgelegd, een reductie als
bedoeld in randnummer 7 van de Richtsnoeren Clementietoezegging wordt
toegepast van tenminste 10 %).
7. verklaart de volgende verplichtingen op zich te
nemen:
a. (Alleen op te nemen in geval van clementie op grond van randnummers
5 of 6 van de Richtsnoeren Clementietoezegging:
verschaft de NMa tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals
bedoeld in artikel 62 Mw alle informatie, documenten en andere
bewijsmiddelen met betrekking tot de overtreding, zodra zij daarover
de beschikking heeft, krijgt of kan krijgen;)
b. (Alleen op te nemen in geval van clementie op grond van randnummers
5 of 6 van de Richtsnoeren Clementietoezegging:
verleent de NMa tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals
bedoeld in artikel 62 Mw volledige medewerking voor zover dit
redelijkerwijs van de onderneming verlangd kan worden, waaronder het
afleggen van verklaringen door leidinggevenden, werknemers, alsmede
organen van de rechtspersoon; **)
c. onthoudt zich tot de vaststelling van de
sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw van iedere gedraging
die het onderzoek van de NMa zou kunnen belemmeren.
8. De inhoud van deze voorwaardelijke toezegging wordt, totdat een
rapport in de zin van artikel 59 Mw is opgemaakt, niet door de d-g NMa
of door diegene die hem bijstaan, door of een van
de bij haar betrokkenen openbaar gemaakt, tenzij daartoe een
rechtsplicht bestaat, dan wel het bepaalde hieronder in randnummer 9
van toepassing is, dan wel er overeenstemming ter zake is bereikt
tussen de d-g NMa en .
9. Indien daarom verzoekt, zal de d-g NMa andere
mededingingsautoriteiten ervan in kennis stellen dat de onderhavige
toezegging is gedaan.
10.Deze toezegging vervalt wanneer naar het oordeel van de d-g NMa
niet aan de hiervoor geformuleerde voorwaarden
heeft voldaan, (alleen op te nemen ingeval hierboven randnummer 5 is
opgenomen: en/ of in strijd met de waarheid heeft verklaard geen
andere onderneming tot deelname aan de overtreding te hebben
gedwongen). In een voorkomend geval kan de d-g NMa alle informatie die
ter beschikking is gesteld mede gebruiken in procedures op grond van
de Mw gericht tegen .
Datum:
De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor
deze,
---
Clementiefunctionaris bij het clementiebureau
aanvaardt deze toezegging en verbindt zich de
daaraan gestelde voorwaarden na te leven.
Namens ,
---
---
naam/ , rechtsgeldig vertegenwoordiger van
naam/gemachtigde
* Opgemerkt zij dat ten tijde van de ondertekening van de
Clementietoezegging de overtreding niet is vastgesteld en dat op dat
moment derhalve, niettegenstaande de aanduiding overtreding, sprake is
van een vermoedelijke overtreding.
** Volledige medewerking is niet hetzelfde als de medewerking waartoe
de onderneming wettelijk verplicht is. Bedoelde medewerking kan
uitdrukkelijk verder gaan dan de wettelijk verplichte medewerking. De
NMa zal van die mogelijkheid gebruik maken voor zover dit nodig is
voor het onderzoek en dit ook overigens redelijk is.
---
---
- Zie Richtsnoeren Boetetoemeting met betrekking tot het opleggen
van boetes ingevolge artikel 57 van de Mededingingswet, Stct. 248 van
21 december 2001.
- De Richtsnoeren Clementietoezegging zijn tevens van toepassing in
het geval de d-g NMa op basis van het bepaalde in artikel 88 Mw
toepassing geeft aan artikel 81 EG-Verdrag; waar in de Richtsnoeren
van overtreding van de Mededingingswet wordt gesproken, moet ingeval
van toepassing door de d-g NMa van artikel 81 EG-Verdrag, geacht
worden te zijn gesproken van overtreding van artikel 81 EG-Verdrag.
- Zie artikel 57 Mw alsmede de Richtsnoeren Boetetoemeting (zie
noot 1).
- De Richtsnoeren zien niet op overtreding van artikel 24 Mw.
Onder andere Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit
tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken (
vervangt met ingang van 14 februari 2002 de Mededeling van 18 juli
1996, PB C 251/3), 13 februari 2002, Pb. EG 2002/C 45/3.
Report on Leniency Programmes to Fight Hard Core Cartels, OECD
Competition Committee, 2001, beschikbaar via de OESO-website,
http://www.oecd.org.
Directors General of European Competition Authorities, meeting in
Dublin on 3 and 4 September 2001, Principles for Leniency Programmes,
beschikbaar via de website van de NMa, http://www.nma-org.nl.
Het onderzoek vangt aan op het moment dat dit schriftelijk door de
d-g NMa wordt vastgelegd.
Volledige medewerking is niet hetzelfde als de medewerking waartoe
de onderneming wettelijk verplicht is. Bedoelde medewerking kan
uitdrukkelijk verder gaan dan de wettelijk verplichte medewerking. De
NMa zal van die mogelijkheid gebruik maken voor zover dit nodig is
voor het onderzoek en dit ook overigens redelijk is.
Zie randnummer 9.
Zie noot 7.
Zie randnummer 9.
Richtsnoeren Boetetoemeting (zie noot 1), randnummer 25.
Zie randnummer 19.
Kennisgeving per post is mogelijk, doch wordt ontraden. Ingeval
van kennisgeving per post wordt in verband met het bepaalde in
randnummer 14, als tijdstip van ontvangst aangemerkt 18.00 uur van de
dag van ontvangst van het poststuk door de NMa.
Indien in dit document gesproken wordt over werkdagen wordt een
tijdspanne van 24 uur, niet zijnde een zaterdag, zondag of feestdag,
bedoeld. Voorbeeld: indien het eerste contact op maandag 16.30 uur
heeft plaatsgevonden, dient alle informatie uiterlijk donderdag voor
16.30 uur te zijn verstrekt.
Indien het eerste contact telefonisch dan wel mondeling heeft
plaatsgehad zal het clementiebureau hiervan verslaglegging doen. Enkel
het door het clementiebureau in dit verslag genoemde tijdstip waarop
het eerste contact heeft plaatsgehad zal in ogenschouw worden genomen
bij de vraag of een onderneming als eerste kennis heeft gegeven van
een kartel. Indien het eerste contact schriftelijk heeft plaatsgehad,
geldt het tijdstip waarop de NMa het desbetreffende document heeft
ontvangen. Zie voorts noot 13.
De Clementietoezegging wordt aangemerkt als een geen zelfstandig
rechtsgevolg hebbende voorbereidingshandeling in de zin van artikel
6:3 van de Algemene wet bestuursrecht.
Zie randnummer 12 van de Principles for Leniency Programmas (zie
noot 5), waarin de Europese mededingingsautoriteiten als uitgangspunt
hebben geformuleerd ondernemingen die een clementieverzoek doen, zo
daartoe aanleiding is, te wijzen op de mogelijkheid ook bij andere
mededingingsautoriteiten een clementieverzoek te doen, daar een
clementieverzoek bij de ene mededingingsautoriteit de kennisgevende
onderneming geen aanspraak op clementie geeft bij een andere
mededingingsautoriteit.
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.