D66
De burger moet meer macht
Overheid en politiek
Thom de Graaf
02-07-2002 - Toespraak Thom de Graaf bij presentatie Toegang in
drievoud, een pleidooi voor actualisering van de democratische
rechtsstaat: "Politici hebben de neiging om in hetgeen zij geacht
worden te lezen (notas, wetsvoorstellen, rapporten,studies, zelfs
kranten) slechts dat te willen zien wat zij direkt kunnen gebruiken."
"Politici hebben de neiging om in hetgeen zij geacht worden te lezen (notas, wetsvoorstellen, rapporten,studies, zelfs kranten) slechts dat te willen zien wat zij direkt kunnen gebruiken. Een habitus die te maken heeft met de omvang van de berg leesvoer, maar ook met de omvang van het opportunisme waar de moderne politicus mee behept moet zijn.
Wie dit boekje zo wil gebruiken, komt bedrogen uit. Voor de kortst
mogelijke termijn, voor de dag van morgen, staat er niets toepasbaars
in. Voor de lange termijn, voor het duurzame perspectief, daarentegen
des te meer. Zoveel zelfs dat het moeilijk is om er een paar krenten
uit te pakken.
De groep auteurs bestaat uit bestuurskundigen, juristen en een in de
politiek geschoolde filosoof. Hun thema is de rechtsstaat in de 21ste
eeuw. Zij benaderen die rechtsstaat niet formeel juridisch en niet
vanuit het organisatie-oogpunt van de overheid. Zij kijken er naar met
de ogen van burgers midden in de samenleving.
Zij zien dat overheid en politiek maar een beperkte rol spelen in die
samenleving. Macht, in de zin van beïnvloeding, van ecomische
verrijking, van verbetering of verarming van welzijn, wordt
ontwikkeld, genormeerd, toegepast en uitgeoefend in talloze netwerken,
waarin de overheid soms wel, soms ook niet aanwezig is. Al die
netwerken bepalen samen de staat waarin de burger zich bevindt.
Bestuurskundigen hebben dat eerder de verplaatsing van de politiek
genoemd of de virtuele staat, of, nog erger, het einde van de
democratie. Vaak bleef het bij die analyse en bij een terechtwijzing
aan het adres van de politicus die het primaat van de politiek
hersteld wilde hebben. Die moet immers weten dat hij een
achterhoedegevecht voert, dat tot niets leidt.
Arthur Docters van Leeuwen en de zijnen doen dat niet. Zij formuleren
een aantal hoofdopdrachten voor overheid en politiek om de
democratische rechtsstaat betekenis te geven. Zij gaan daarbij uit van
een kernbegrip,nl. wederkerigheid. Tegenover de individuele vrijheid
die door de democratische en sociale rechtsstaat wordt beschermd,
wordt geactiveerd en vaak ook wordt gereguleerd, staat de plicht om
deel te nemen, om competent te zijn, om in al die netwerken als het
ware te soldariseren met de gehele samenleving. Dat vraagt om een
proactieve overheid die zich concentreert op nieuwe vormen van
publieke verantwoording, op nieuwe vormen van publieke deelneming, van
toegang tot de macht en op nieuwe vormen van recht doen in de zin van
conflictbeslechting.
Wie met andere dan de klassiek staatsrechtelijke ogen naar onze
rechtsstaat kijkt, ziet dat de formele toegankelijkheid van de macht
in de praktijk veelal afwezig is. De toegang tot basale voorzieningen,
zoals volksgezondheid of veiligheid, is niet voor iedereen gelijk.
Have en have-not wordt niet zozeer bepaald door geld maar door kennis,
door het netwerk, door maatschappelijke handigheid. De toegang tot
maatschappelijke besluitvorming is voor veel mensen feitelijk afwezig
of zeer indirect en zeer afstandelijk. De politieke besluitvorming is
daarvan het beste voorbeeld. Democratie is geen permanente
participatie maar hooguit het eens in de zoveel tijd afreageren van
onvrede en onbehagen. Toegang tot de feitelijke normontwikkeling, dat
wil zeggen betrokkenheid en participatie in hoe zorg, veiligheid,
wonen of onderwijs in de praktijk gestalte krijgen, is vaak een
kwestie van elites: elites van kennis en belangen. De gewone burger
staat er buiten.
De 7 perspectieven die de auteurs schetsen zijn niet gemakkelijk en
niet concreet ingevuld. Wij zullen in D66 en daarbuiten daarover het
debat moeten aangaan. Als het gaat over zulke ingewikkelde begrippen
als ethische orientatiepunten en normontwikkeling is het de vraag wat
precies de taak van de politiek kan zijn. De overheid blijft, ook bij
de auteurs, een doorslaggevende betekenis hebben. Niet overheersend,
niet monopoliserend, maar wel sociaal-liberaal. Dat wil zeggen een
overheid die rechten verschaft, die rechten wil borgen door
overheidsoptreden maar ook door andere maatschappelijke krachten te
activeren. Een overheid die investeert in competenties van mensen om
volwaardig deel te nemen in de netwerksamenleving. En zorgt dat ze
niet voor eeuwig uitgesloten zijn, zelfs niet als ze illegaal hier
verblijven.
Maar de politiek als aandrijfkracht van de overheid, waar blijft die?
Het lijkt geen toeval dat in het boekje de bekende politieke
instituties, zoals het parlement en de politieke partij, geen rol
spelen. De democratie verschuift van instituties naar personen en dus
pleiten de auteurs voor rechtstreekse verkiezingen, van de officier
van justitie tot de stadsarchitekt. Dat roept tenminste twee vragen op
die we verder moeten bespreken.
In de eerste plaats: kan de democratische rechtsstaat in de 21ste eeuw
zonder intermediaire structuren zoals we die de afgelopen 200 jaar
hebben leren kennen en gebruiken? En ten tweede: als de macht aan elke
individuele en competente burger toekomt, hoe zorgen we er dan voor
dat hij ook daadwerkelijk van die macht gebruik maakt? Hoe keren we
dan het proces van de kiezer als consument, die slechts uit zijn stoel
omhoog komt om nee te zeggen? Die vraag lijkt mij essentieel voor het
denken van Democraten van nu.
Ik dank de auteurs voor hun inzet en denkwerk. Wij gaan er graag mee
aan de slag."
Toegang in drievoud, een pleidooi voor actualisering van de
democratische rechtsstaat" is een uitgave van het Wetenschappelijk
Bureau D66 in het kader van het project sociaal-liberale
perspectieven. Het is te bestellen bij het landelijk secretraiaat van
D66 voor 7,-
Telefoon 070 - 35 66 066
e-mail landelijk.secretariaat@d66.nl
Vergeet niet bij een e-mailbestelling uw adresgegevens te vermelden!