Ministerie van Buitenlandse Zaken
---
Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de
TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4 Den Haag Task Force
Internationaal Strafhof TF/ICC Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 2 juli 2002 Auteur mr. H.G.J. Verweij
Kenmerk TF/ICC-120/02 Telefoon + 31 70 348 63 51
Blad /1 Fax + 31 70 348 52 44
Bijlage(n) 1 E-mail harry.verweij@minbuza.nl
Betreft Internationaal Strafhof
C.c.
Zeer geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de lijst van vragen naar
aanleiding van de voortgangsnotitie Internationaal Strafhof van 3 mei 2002
met kenmerk buza 28000V-53.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Lijst van vragen met antwoorden
Kamerstuknummer: 28000V-53
1. Waarom is pas per 1 februari 2002 een Directeur-generaal aangesteld?
Lopende 2001 heeft de Regering besloten de voorbereidingswerkzaamheden, die
samenhangen met de vestiging van het Internationaal Strafhof in Nederland,
te concentreren en onder te brengen bij een speciale eenheid binnen het
ministerie van Buitenlandse Zaken, de Task Force ICC. Deze Task Force, werd
kort na de zomer opgericht. Gegeven de complexiteit van de materie en het
politieke belang van het Internationaal Strafhof werd ook besloten deze Task
Force onder hoge ambtelijke leiding te plaatsen. Na gesprekken met diverse
kandidaten werd de heer Wellenstein, op dat moment Directeur-generaal
Economie en Financiën op het Ministerie van Defensie, bereid gevonden deze
taak op zich te nemen. Na overleg met de Minister van Defensie werd de datum
van ingang van zijn werkzaamheden bepaald op 1 februari 2002. Tot die datum
verrichtte de Task Force de werkzaamheden onder de hoede van de
Directeur-generaal Politieke Zaken.
2. De eerste medewerkers van het Hof arriveren waarschijnlijk in het najaar
2002. Is er al een begin gemaakt met het plan om die medewerkers op een
tijdelijke basis immuniteiten in Nederland toe te kennen gezien het korte
tijdsbestek?
Over de zetelovereenkomst die de privileges en immuniteiten aan het
Internationaal Strafhof zal toekennen, kan pas vanaf medio 2003 worden
onderhandeld. Immers, de President van het Hof is de onderhandelingspartner
en zal naar wordt aangenomen niet eerder dan einde eerste kwartaal van 2003
zijn werkzaamheden kunnen aanvangen. Er worden plannen uitgewerkt om het
mogelijk te maken dat de eerste medewerkers van het Hof op tijdelijke basis
privileges en immuniteiten worden toegekend, vooruitlopend op de afronding
van de onderhandelingen over de zetelovereenkomst.
3. Van wanneer af gaat de BVD zich met de veiligheid bezighouden?
In goed overleg tussen de Ministeries van Buitenlandse Zaken, van Justitie
en van Binnenlandse Zaken, alsmede alle betrokken diensten, wordt op dit
ogenblik bezien welke vereisten zullen moeten worden gesteld aan de
beveiliging van gebouwen en personen, zoals de rechters en aanklager. Dit
gebeurt onder meer aan de hand van een aantal scenario's. De beveiliging zal
ingaan op het moment dat de tijdelijke huisvesting van het Hof zal worden
betrokken en de eerste medewerkers zullen zijn aangetreden.
De beveiliging - in een later stadium - van onder meer verdachten, slachtoffers en getuigen is eveneens onderwerp van overleg.
Hoe kan het dat drie jaar na ondertekening van het Statuut van het
Internationaal Strafhof nog steeds niet zeker is dat er huisvesting ter
beschikking gesteld kan worden?
a. Is er inmiddels zekerheid over de interim huisvesting (Johan de
Wittlaan)? Zo nee, waarom is nog niet zeker dat dit gebouw voor de interim
huisvesting beschikbaar gesteld zal kunnen worden?
b. Moet er nog een derde gebouw worden ingehuurd wanneer de interim
huisvesting niet op tijd beschikbaar is? Zo ja, welke is dat? En kan de
Minister verzekeren dat dat op tijd voor 1 juli a.s. beschikbaar is? Zo
neen, wanneer dan?
Nadat bij de vaststelling van het Statuut voor het Internationaal Strafhof
Den Haag als zetel voor het Internationaal Strafhof was aangewezen, is in
nauw overleg tussen vertegenwoordigers van de Regering, de
Rijksgebouwendienst (RGD) en de gemeente Den Haag gelijktijdig gezocht naar
geschikte tijdelijke huisvesting en naar een geschikte plaats voor de
definitieve locatie van het Hof in Den Haag voor het Internationaal
Strafhof. Gezien de krapte op de kantorenmarkt in Den Haag heeft het geruime
tijd geduurd alvorens een geschikte locatie voor de tijdelijke huisvesting
van het Hof kon worden aangewezen. Dat betrof het kantorencomplex aan de
Johan de Wittlaan 3-7, waar momenteel onderdelen van het Ministerie van
Verkeer en Waterstaat zijn gehuisvest. Op grond van door de RGD beschikbaar
gestelde informatie is in maart jl. gebleken, dat het kantorencomplex aan de
Johan de Wittlaan, in tegenstelling tot eerder door de RGD verstrekte
informatie, niet op 1 juli van dit jaar voor het Strafhof beschikbaar komt,
doch pas eind van dit jaar. Dit hangt samen met het feit, dat de voor
Verkeer en Waterstaat beoogde nieuwe huisvesting vertraging heeft
ondervonden vanwege problemen met de levering van essentiële bouwonderdelen
door onderleveranciers van de aannemer. Op het moment van oplevering van het
kantorencomplex aan de Johan de Wittlaan zal dit gebouw ook nog moeten
worden aangepast aan de eisen van het Internationale Strafhof. Het betreft
hier onder meer de bouw van een rechtszaal, een publieke tribune bij de
rechtszaal alsmede vertaalfaciliteiten, en voorzieningen voor de media.
Daarmee is geruime tijd gemoeid. Op mijn verzoek heeft tevens onderzoek door
de RGD plaatsgevonden naar de technische mogelijkheden en de kosten van
beveiliging en herinrichting van dit kantorencomplex. Wat betreft de
beveiliging is het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
nauw betrokken geweest bij het onderzoek. De uitkomst van dit onderzoek
duidt erop, dat het kantorencomplex aan de Johan de Wittlaan gezien de
locatie en naar zijn bouwkundige aard moeilijk, en niet dan tegen hoge
kosten te beveiligen is. De aanpassingen van het gebouw aan de
eerdergenoemde vereisten, blijken evenzeer complex en kostbaar te zijn.
Daarbij moet worden bedacht dat de kosten van herinrichting van de
tijdelijke huisvesting slechts voor een gedeelte door Nederland als
zetelstaat worden betaald, nl. tot een bedrag van 10 miljoen Euro. Dit
bedrag is in het Nederlandse bod tot uitdrukking gebracht.
Herinrichtingskosten die daarboven uitstijgen drukken op de begroting van
het Internationaal Strafhof, en zullen via de contributies van de staten die
partij zijn moeten worden opgebracht. Het is derhalve zaak, om bij de
besluitvorming aangaande de tijdelijke huisvesting van het Hof uitdrukkelijk
de financiële component mee te wegen, zodat de begroting van het Hof niet
onnodig wordt belast.
Beide gegevens hebben mij in maart ertoe gebracht om de RGD te verzoeken met
spoed om te zien naar andere, meer geschikte tijdelijke huisvesting voor het
Hof. Daartoe kon worden besloten, omdat de kantorenmarkt in Den Haag dit
jaar gunstiger is dan ten tijde van de eerste zoekslag naar tijdelijke
huisvesting voor het Internationaal Strafhof.
De zoekslag door de RGD naar andere snel beschikbare huisvesting voor het
Internationaal Strafhof heeft een interessant kantorencomplex in Den Haag
opgeleverd, te weten het kantorencomplex "De Arc" aan de Maanweg 174. De RGD
heeft overeenstemming bereikt met de huidige huurder van het
kantorencomplex, KPN Vastgoed, over de overname van de huurverplichtingen.
De details van de huurovereenkomst worden op dit moment tussen de RGD en de
verhuurder uitgewerkt. Het beoogde kantorencomplex is in zeer goede staat,
levert een gunstiger en kosteneffectiever beveiligingsbeeld op dan het
kantoorgebouw aan de Johan de Wittlaan, en levert betere mogelijkheden op
voor herinrichting. De omvang van het kantorencomplex is zodanig, dat in de
besprekingen is meegenomen de collocatie met de in Den Haag (tijdelijk) te
vestigen Europese instelling Eurojust en met enkele diensten van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat met ruimtegebrek kampt.
Vanaf 1 juli as. zijn leden van het zgn. Advance Team welkom in het gebouw van de tijdelijke huisvesting. De vorming van de eigenlijke staf van het Internationaal Strafhof kan overigens pas dit najaar, na besluitvorming in de Vergadering van staten die partij zijn, een aanvang nemen. Indien de werving van personeel voorspoedig verloopt, zullen eind 2002 naar verwachting enkele tientallen stafleden van het Internationaal Strafhof in de tijdelijke kantoorhuisvesting hun werkzaamheden kunnen aanvangen.
Wat is de duur van het gebruik van de interim huisvesting?
De grond voor de definitieve huisvesting van het Internationaal Strafhof
wordt in het najaar van 2004 door het Ministerie van Defensie opgeleverd. Op
dat moment is alternatieve huisvesting beschikbaar voor die diensten van
Defensie, die plaats moeten maken voor het Internationaal Strafhof op het
voorterrein van de Alexanderkazerne in Den Haag. Indien, na het bouwrijp
maken van de grond, in het voorjaar van 2005 met de bouw van de permanente
zetel van het Hof kan worden begonnen, dan is de planning dat deze in de
loop van 2008 wordt opgeleverd. De duur van de tijdelijke huisvesting van
het Hof zal worden afgestemd op de planning van de realisering van de
definitieve zetel, en beslaat naar huidige inzichten een periode tot medio
2008.
a. Waarom heeft het zo lang geduurd, van maart 1998 tot juli 2001, om een
besluit te nemen over de definitieve locatie?
b. Waarom heeft Defensie tegengewerkt?
c. Bestond er onvoldoende samenwerking tussen de verschillende ministeries?
Zo ja, welke knelpunten zijn daarbij gesignaleerd?
d. Waarom wordt er pas in 2005 begonnen met bouwen?
a)/b) Tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in 1997 heeft
de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken de kandidatuur van Den Haag
voor de permanente zetel van het Internationaal Strafhof aangekondigd. Deze
kandidatuur is in juli 1998 aanvaard door de Diplomatieke Conferentie te
Rome.
Reeds in het voorjaar van 1998 is een ambtelijke Stuurgroep, bestaande uit
vertegenwoordigers van de ministeries van Buitenlandse Zaken, van Justitie,
van Financiën, van Defensie en van Algemene Zaken, de lagere overheid en
betrokken diensten, waar onder de Rijksgebouwendienst, de BVD en Domeinen,
begonnen met een nauwgezette evaluatie van een aantal mogelijke locaties;
dit aantal is gaandeweg dit onderzoek opgelopen tot zeventien. Hieruit is
een "shortlist" geselecteerd van vijf mogelijke locaties; uiteindelijk is de
keus gevallen op het voorterrein van de Alexanderkazerne, omdat dit
beantwoordt aan de criteria inzake ruimte, noodzakelijke flexibiliteit en
beveiliging. De keuze werd mede bepaald door de eisen die voortkomen uit het
Statuut van Rome en die welke zijn afgeleid uit de ervaring opgedaan met het
Joegoslavië-tribunaal. Bovendien speelden de planologische voorwaarden
waaronder in Nederland een dergelijke zetel kan worden gebouwd een grote
rol.
Nadat de keuze voor de Alexanderkazerne was gemaakt, dienden in zorgvuldig
overleg met mijn ambtgenoot van Defensie de modaliteiten te worden bepaald
voor de ruimtelijke afbakening op het terrein van de Alexanderkazerne,
waarop ook een officiershotel zal verrijzen, en voor de financiële aspecten
van verwerving en overdracht, dit laatste ook in overleg met het Ministerie
van Financiën.
Van tegenwerking van het Ministerie van Defensie is geen sprake. De
zorgvuldigheid die past bij het besluitvorming over de afbakening van de
infrastructurele behoeften van Defensie en die voor het ICC, respectievelijk
over de financieringsmodaliteiten, ligt ten grondslag aan de duur van het
besluitvormingsproces.
c) De samenwerking op (hoog) ambtelijk niveau tussen de bij dit project
betrokken ministeries, de gemeente Den Haag en de Rijksgebouwendienst, was
intensief. Knelpunten die zich voordeden betroffen de keuze uit de 17, later
5, locaties, de wijze van verwerving en de overdracht van het voorterrein
van de Alexanderkazerne en de financieringssystematiek daarvan.
d) Zie het antwoord op vraag 6.
a. Kan een overzicht gegeven worden van alle (theoretische) opties die er
nog zijn om het daadwerkelijke functioneren van het Hof te vervroegen tot zo
spoedig mogelijk na het in werking treden van het Statuut per 1 juli a.s.,
in plaats van de nu voorziene start in het 2e kwartaal van 2003?
b. Kan per optie worden aangegeven welke formele en/of praktische bezwaren
daartegen bestaan?
c. Voor welke mogelijkheden om de daadwerkelijke start van het Hof te
versnellen wil de Regering zich inzetten?
Om het daadwerkelijk functioneren van het Internationaal Strafhof te
vervroegen, zouden er maatregelen moeten worden getroffen om de verkiezingen
van de rechters en de aanklager op de kortst mogelijke termijn na 1 juli
2002 te organiseren. Daartegen bestaan grote bezwaren, die door vrijwel alle
bij de onderhandelingen betrokken gouvernementele en non-gouvernementele
partijen worden gedeeld.
Het belangrijkste uitgangspunt voor de verkiezingen is dat zij zorgvuldig
moeten zijn voorbereid. De nominatieprocedure is nog niet door de
Voorbereidingscommissie vastgesteld. De Voorbereidingscommissie zal daarover
overleg voeren in de eerste twee weken van juli in New York. De eerste
Vergadering van staten die partij zijn komt in september 2002 bijeen en zal
tijdens die bijeenkomst pas in de gelegenheid zijn de procedure vast te
stellen. Daarna is er mandaat om de officiële aanschrijvingen naar de staten
die partij zijn uit te sturen.
De geloofwaardigheid van het Hof is mede afhankelijk van de kwaliteit van de
rechters en de aanklager. In de ogen van de Regering is het daarom van
eminent belang dat alle staten die partij zijn de tijd krijgen kandidaten
die volledig voldoen aan de eisen van het Statuut voor te dragen. Ook dienen
de staten die partij zijn de tijd te krijgen om te zoeken naar kandidaten
die kunnen garanderen dat de samenstelling van het Hof zal voldoen aan een
aantal eveneens in het Statuut gestelde voorwaarden, zoals een evenredige
geografische vertegenwoordiging, vertegenwoordiging van de voornaamste
rechtsstelsels van de wereld en een goede verdeling tussen mannen en
vrouwen. Het is niet onredelijk daarvoor een ruim aantal weken uit te
trekken. Daarna zullen de ingezonden gegevens van alle kandidaten in de zes
officiële talen moeten worden vertaald. Vervolgens zullen de gegevens worden
verspreid onder alle staten die partij zijn, teneinde ze in staat te stellen
volledig geïnformeerd aan de verkiezingen te kunnen deelnemen. Het
VN-secretariaat in New York zal dat proces ondersteunen. Tussen het moment
van verspreiding en de verkiezingen dient eveneens een ruim aantal weken te
liggen om de staten die partij zijn de kans te geven verdere inlichtingen
over de kandidaten in te winnen. Een verkiezingsdatum die in
januari/februari 2003 ligt, is derhalve alleszins verantwoord. Daarover
bestaat in de Voorbereidingscommissie in New York consensus.
Nederland kan vervolgens aan de snelst mogelijke operationalisering van het
Hof bijdragen door op de meest korte termijn na de verkiezingen de
constituerende bijeenkomst van het Hof in Den Haag te organiseren. Daartoe
heeft Nederland zich gecommitteerd.
Niettegenstaande het feit dat de gekozen functionarissen niet eerder dan in
de loop van 2003 met hun werkzaamheden zullen kunnen aanvangen, zullen er
vanaf september 2002 alle mogelijke administratieve maatregelen worden
genomen om de organisatie van het Hof op te bouwen. Als de Vergadering van
Staten die partij zijn met de plannen van de Voorbereidingscommissie
instemt, zal in september een directeur gemeenschappelijke diensten worden
benoemd, die het mandaat krijgt om de administratie van het Hof op te
bouwen, zodat de gekozen functionarissen een staf zullen aantreffen op het
moment van aantreden. Nederland zal de benoeming van deze functionaris
krachtig ondersteunen.
a. Waar kunnen de aangiften, die aan het Hof gericht kunnen worden vanaf 1
juli a.s., ingediend worden?
b. Wat gebeurt er ondertussen met deze aangiften en wie bewaart ze?
c. Welke specifieke verantwoordelijkheid heeft Nederland als gastland nog in
deze?
Vanaf 1 juli 2002 zal het Hof (het betreft dan de leden van het zg. Advance
Team) aangiften en andere stukken in ontvangst kunnen nemen. Alle stukken
zullen zorgvuldig worden geadministreerd en bewaard, teneinde ze in
ongeschonden staat aan de voor de beoordeling ervan verantwoordelijke
aanklager te kunnen overhandigen, zodra hij of zij is ingezworen. Voor deze
taak wordt tussen 1 juli a.s. en oktober 2002 dit Advance Team
verantwoordelijk gesteld, onder de auspiciën van de voorzitter van de
Voorbereidingscommissie van het Internationaal Strafhof. Vanaf oktober 2002
zal op basis van de besluitvorming die voortvloeit uit de eerste Vergadering
van de staten die partij zijn het Hof zelf hiervoor verantwoordelijk zijn
(zie ook antwoord op vraag8).
Anders dan ervoor zorg te dragen dat het Advance Team onder de meest
gunstige omstandigheden het werk kan verrichten, is hiervoor geen specifieke
verantwoordelijkheid voor Nederland als gastland weggelegd.
Kenmerk
Blad /1
===