Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht 02/086
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
02 juli 2002
Nr. 02/086
Agrarische sector wil WAO-instroom met 10 procent verlagen
De agrarische sector wil de instroom van werknemers in de WAO voor het einde van 2006 met 10 procent verminderen. Om de daling te bereiken gaat de bedrijfstak psychische belasting zoals stress aanpakken en wil de sector het aantal klachten door lichamelijke belasting met tenminste 20 procent verminderen. Ook moeten werknemers die ziek zijn sneller weer aan de slag. In 2006 moet het aantal geslaagde reïntegraties daarom 20 procent hoger liggen dan nu.
Dit staat in het arboconvenant agrarische sectoren dat vandaag is
ondertekend door directeur-generaal Kuipers van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, demissionair minister Brinkhorst van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij, de werkgeversorganisaties LTO-Nederland,
CUMELA Nederland, VHG, AVIH en NVBE en de vakbonden FNV Bondgenoten en
CNV BedrijvenBond.
De beide ministeries stellen ieder drie miljoen euro beschikbaar voor
de uitvoering van het convenant, de sociale partners betalen samen
hetzelfde bedrag. In totaal is dus negen miljoen euro beschikbaar. Het
arboconvenant, waar ruim 250.000 ondernemers en werknemers onder
vallen, loopt tot eind 2006 en is de opvolger van het eerste convenant
met de agrarische sector uit 1994.
De agrarische sector kent het laagste verzuimpercentage in Nederland,
namelijk 4,2 procent in het jaar 2000. In dat jaar kwamen 2.155
werknemers uit de sector in de WAO terecht. Toch stijgt het verzuim
sinds 1996 en kent de branche veel langdurig ziekteverzuim, vooral
veroorzaakt door lichamelijke en psychische belasting. Doel van het
arboconvenant is het stijgende verzuim een halt toe te roepen en waar
mogelijk terug te brengen.
Drie deelsectoren binnen de agrarische sector hebben een ziekteverzuim
boven het sectorgemiddelde van 4,2 procent.
In het arboconvenant is afgesproken dat zij dit gaan aanpakken. De
paddestoelenteelt wil het verzuim verlagen van 7 procent in 2000 tot 5
procent in 2006. De bosbouw wil dit percentage verlagen van 6,7
procent tot 4,2 procent en bij de hoveniers/groenvoorziening moet het
verzuim omlaag van 4,8 procent tot 4,2 procent.
Verder is in het convenant afgesproken dat bedrijven in de verplichte
risico-inventarisatie en -evaluatie specifiek aandacht moeten gaan
besteden aan de gevaren van lichamelijke en psychische overbelasting.
De glastuinbouw, dierenhouderij, paddestoelenteelt, bloembollenteelt,
hoveniers/groenvoorziening en de bosbouw hebben zich het doel gesteld
dat 95 procent van de bedrijven dit aan het einde van de
convenantsperiode heeft gedaan.
In de agrarische sector zijn naar schatting 70.000 gezinsbedrijven
(zonder vast personeel) actief. Eind vorig jaar werkten ongeveer 3.000
van deze bedrijven samen met de brancheorganisaties LTO en VHG om
ziekteverzuim en instroom in de WAO aan te pakken door veiliger en
gezonder te werken. Het doel is om dit aantal aan het eind van het
convenant te verhogen tot 40.000 onder andere door op het gebied van
preventie te gaan samenwerken met verzekeraars.
Verder is in het convenant afgesproken dat er meer scholing en
voorlichting aan ondernemers en werknemers zal worden gegeven op het
gebied van arbeidsomstandigheden. Ook zullen per deelsector enkele
specifieke arbeidsrisicos worden aangepakt, zoals zwaar tilwerk in de
bosbouw.
---
Dit is een gezamenlijk persbericht van het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij, Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO), Vereniging
Cultuurtechnische werken en grondverzet, Meststoffendistributie en
Loonwerken in de Agrarische sector in Nederland (CUMELA Nederland),
Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG), Algemene
Vereniging Inlands Hout (AVIH), Nederlandse Vereniging van
Boseigenaren (NVBE), FNV Bondgenoten en CNV BedrijvenBond.