European Commission
IP/02/974
Brussel, 2 juli 2002
De Commissie hecht haar goedkeuring aan de verwerving van uitsluitende
zeggenschap over het Duitse Veba Oel door BP
De Europese Commissie heeft de voorgenomen volledige verwerving van de
Duitse producent van aardolie- en petrochemische producten Veba Oel,
thans een gemeenschappelijke onderneming van BP en E.ON, door BP plc.
goedgekeurd. De Commissie kwam tot de conclusie dat de overgang van
gezamenlijke naar uitsluitende zeggenschap geen aanleiding geeft tot
mededingingsbezwaren.
Veba Oel AG was een volledige dochter van het Duitse energieconcern
E.ON tot het jaar 2001, toen BP een deelneming van 51% en daarmee
gezamenlijke zeggenschap met E.ON verwierf in deze aardolie- en
petrochemische onderneming, die voornamelijk in Duitsland actief is
via de merken Veba en Aral. Krachtens de overeenkomst tot oprichting
van de gemeenschappelijke onderneming had E.ON de mogelijkheid om de
resterende aandelen in een later stadium aan BP te verkopen.
De oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Veba Oel werd,
mits aan bepaalde voorwaarden werd voldaan, door de Commissie in
december 2001 (zie IP/01/1893) en door het Duitse kartelbureau
goedgekeurd. Laatstgenoemde instantie onderzocht de gevolgen van de
transactie voor de brandstoffenmarkten na een verzoek om een
verwijzing, terwijl de Commissie de petrochemische sector onder de
loep nam.
De Commissie onderzocht of de verwerving van volledige zeggenschap
over Veba Oel door BP tot mededingingsbezwaren aanleiding gaf, maar
kwam tot de conclusie dat de transactie de mededingingssituatie op de
markt niet zou wijzigen omdat de verkoopoptie reeds in de overeenkomst
van 2001 was opgenomen, BP al gezamenlijke zeggenschap uitoefende en
de gemeenschappelijke onderneming niet meer als onafhankelijke
concurrent van BP optrad.
Aangezien een aantal van de termijnen waarbinnen de gemeenschappelijke
onderneming van BP/E.ON aan de voorwaarden moest voldoen die zowel
door de Commissie als door het Bundeskartellamt zijn opgelegd, nog
niet zijn verstreken, was de Commissie evenwel van mening dat de
mededingingsbezwaren waartoe de samenvoeging van de
aardolieactiviteiten van BP en Veba Oel aanleiding gaven, nog niet
volledig uit de weg zijn geruimd. Om aan deze bezwaren tegemoet te
komen heeft BP zich ertoe verbonden om, ook wat de onderhavige
transactie betreft, de toezeggingen die de onderneming aan de
Commissie en het Bundeskartellamt in de BP/E.ON-zaak heeft gedaan ,
volledig na te komen. De Commissie heeft haar goedkeuring aan de
onderhavige transactie gehecht mits deze verbintenissen volledig
worden nagekomen.