Ingezonden persbericht

Schriftelijke vragen over Arrahmane moskee

AMSTERDAM, 20020702 -- De VVD-fractie van Amsterdam Oud Zuid heeft schriftelijke vragen gesteld aan het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Amsterdam Oud Zuid over de Arrahmane moskee. Dit naar aanleiding van berichtgeving over de moskee in NOVA, Het Parool en Trouw en op basis van een eigen onderzoek.

Volgens Abdoe Menehbi, voorzitter van de Stedelijke Marokkaanse Raad bij de gemeente Amsterdam wordt de Arrahmane moskee gebruikt om mensen te werven voor koranscholen in Saudi-Arabië, Pakistan en Afghanistan, waarvan het bekend is dat er mensen gerekruteerd worden voor de 'Jihad'. De VVD-fractie is van mening dat het niet zo mag zijn dat er in Nederland mensen geworven worden om te vechten tegen ons of onze bondgenoten, danwel voor het plegen van terreurdaden. Wanneer we de wervingspraktijken van de moskee in het licht plaatsen van de uitspraken die zijn gedaan waarbij terreur en Jihad wordt verheerlijk, dan zou dit wellicht voldoende grond kunnen zijn om te vervolgen op basis van artikel 47 WvSr.

Daarnaast werd door Menehbi gesteld dat er bij de Arrahmane moskee sprake is geweest van een 'vijandige overname' door organisaties in Saudi-Arabië, wat een veel voorkomend verschijnsel is in Nederland. Uit het onderzoek van de VVD-fractie blijkt echter dat hier bij de Arrahmane moskee geen sprake van is geweest. De overname van de moskee door een Saoediër lijkt volledig te zijn geregisseerd door het bestuur van de moskee zelf. De VVD-fractie wil daarom inzicht in de achtergrond en de financiele relaties van de moskee met (organisaties in) Saoedi-Arabië.

Moslim-extremisme vormt een gevaar voor onze democratie, onze rechtsstaat en onze nationale veiligheid. Tevens vormt moslim-extremisme een bedreiging voor de beleving van de Islam in Nederland en Europa. De VVD-fractie van Amsterdam Oud Zuid zal de ontwikkelingen rond de Arrahmane moskee dan ook op de voet blijven volgen.


---

Schriftelijke vragen van de VVD-fractie met betrekking tot de Arrahmane moskee.


1. Wat is het standpunt van het dagelijks bestuur over de uitspraken van de Arrahmane moskee onder andere in NOVA, Het Parool en Trouw en in hoeverre acht het dagelijks bestuur deze uitspraken schadelijk voor de integratie van allochtonen?


2. Welke stappen heeft het Dagelijks Bestuur ondernomen of gaat het Dagelijks Bestuur ondernemen naar aanleiding van de berichtgeving ten aanzien van de Arrahmane moskee?


3. Is het dagelijks bestuur bereid publiekelijk aan het bestuur van de Arrahmane moskee over te brengen dat verheerlijken van terreur onacceptabel is?

4. Is het Dagelijks Bestuur voornemens er bij het bestuur van de Arrahmane moskee op aan te dringen om vertrouwenwekkende maatregelen te nemen zoals het vertalen van preken in het Nederlands of de moskee open te stellen voor Nederlandstalige belangstellenden?

5. Is het waar dat de moskee jonge mannen werft voor koranscholen in Saoedi-Arabië, Afghanistan en Pakistan, waar zij vervolgens geronseld worden voor een 'jihad' tegen NAVO-lidstaten en/of voor het plegen van terreurdaden?

6. Is het Dagelijks Bestuur bereid aangifte te doen tegen de moskee op basis van artikel 47 WvSr (door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen een strafbaar feit opzettelijk uitlokken)? Dit op basis van de vermeende wervingspraktijken in de context van de uitspraken die in de moskee zijn gedaan, waarbij terreur wordt verheerlijkt?

7. Is het Dagelijks Bestuur bereid om bij de Burgemeester van Amsterdam de zorg en verontrusting over deze ontwikkelingen over te brengen en de Burgemeester te verzoeken de mogelijkheden te inventariseren om actie te ondernemen gericht op voorkomen van voortgaande geweldsverheerlijking, monitoring van de preken, sluiting van de moskee en uitzetting van de imam daaronder begrepen?

8. Uit ons onderzoek blijkt dat de Van Ostadestraat 393 - 395 in 1979 is gekocht door de moskee en exact 2 jaar later is doorverkocht aan een postbus in Mekka voor een aanzienlijk lager bedrag dan waarvoor het is aangekocht. Opvallend is ook dat één van de kopers die bij de aankoop in 1979 optrad als bestuurslid van de moskee, in 1981 optrad als gemachtigde voor de koper uit Mekka. Gaat het Dagelijks Bestuur uitzoeken wat hier de achtergrond van is, danwel andere overheidsinstanties zoals de FIOD of de AIVD verzoeken dit te doen?

9. Heeft het Dagelijks Bestuur enig inzicht in de geldstromen van de moskee (o.a. de financiële relatie met Saoedi-Arabië) en wat kan en gaat het DB doen om dit inzicht te verbeteren?

10. Uit de diverse eigendomsbewijzen (de moskee bestaat uit 3 percelen) blijkt dat de moskee is gekocht als woning, bedrijfsruimte en ontmoetingsruimte. Wat is de huidige bestemming van de percelen? Is het huidig gebruik in strijd met het bestemmingsplan?
Namens de VVD-fractie:

Marco Kreuger, Wouter Slettenhaar.



Ingezonden persbericht