LEI

persbericht / nr. 1694


1-juli-2002






Beleidskeuzes leiden tot krimp intensieve veehouderij

De concurrentiepositie van de Nederlandse varkens- en pluimveehouderij in Europa wordt zwakker. Lagere graanprijzen als gevolg van veranderend EU-beleid verminderen het Nederlandse kostenvoordeel inzake veevoer. Eisen op het gebied van milieu en dierenwelzijn leiden tot hogere kosten en er is weinig ruimte voor schaalvergroting. Volgens toekomstscenario's met verdere handelsliberalisatie en uitbreiding van de EU kan de intensieve veehouderij in Noord-Europa nog groeien. Maar het vestigingsvoordeel van zuidelijke lidstaten neemt toe. Onder deze omstandigheden zal het aantal varkens- en pluimveebedrijven in Nederland teruglopen. Er blijft wel ruimte voor een economisch levensvatbare, maar kleinere sector. Een reconstructiebeleid waarbij bedrijven in concentratiegebieden nog kunnen uitbreiden, kan daaraan bijdragen. Dit concludeert het LEI in een onderzoek naar de invloed van beleidskeuzes op de vestigingsplaats van de intensieve veehouderij. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV.

Voerkosten
De Nederlandse intensieve veehouderij heeft lang kunnen profiteren van de invoer van goedkope veevoergrondstoffen als alternatief voor graan. Na verlaging van de graanprijzen in de EU als gevolg van de MacSharry-hervormingen, blijkt Nederland het veevoerkostenvoordeel uit het begin van de jaren negentig grotendeels te hebben verloren. Dit wijst op een verslechtering van de concurrentiepositie.

Milieueisen
De Nederlandse intensieve veehouderij heeft ook te maken met toenemende eisen op het gebied van milieubelasting en dierenwelzijn. Deze eisen leiden tot kostprijsverhogende investeringen. Bedrijfsvergroting kan de afnemende marges nog maar beperkt compenseren, doordat verhandelbare mestquota een kostenpost zijn gaan vormen en lokale ruimtelijke verordeningen uitbreiding vaak in de weg staan. In concentratiegebieden voor intensieve landbouw, zoals die worden nagestreefd in de Reconstructiewet, kunnen sommige bedrijven wel verder groeien tot volwaardige spelers op de markt. Dit vraagt om een efficiënt en op regionaal maatwerk gebaseerd proces van ruimtelijke ordening.

Handelsliberalisatie
Als de markten wereldwijd geliberaliseerd worden, kan de intensieve veehouderij in een EU met 10 nieuwe Midden-Europese leden toch nog enigszins groeien. Die groei zal echter aanzienlijk kleiner zijn dan in Noord- en Zuid-Amerika. De grootste groei van zowel de consumptieve vraag als van productie en invoer wordt verwacht in Oost-Azië, waarbij China de boventoon voert. Binnen de EU zal de komende 10 tot 15 jaar geen massale verhuizing van productiecapaciteit naar Zuid- of Oost-Europa optreden. Noord-Europa blijft in het liberalisatiescenario een aantrekkelijke plaats voor varkens- en pluimveehouderij. Wel zal een aanscherping van eisen ten aanzien van milieu en dierenwelzijn hier zwaarder wegen dan in de zuidelijke en oostelijke lidstaten. De milieugebruiksruimte is in Noord-Europa al schaars en wordt hierdoor verder beperkt. Dit vertaalt zich onmiddellijk in hogere productiekosten en in een vestigingsnadeel ten opzichte van de rest van Europa.

---

Beleidskeuzes leiden tot krimp intensieve veehouderij. Bekijk het rapport: 6.02.08.