Ministerie van Financiën
Persbericht
PERS-2002-171
Den Haag, 28 juni 2002
Wet elektronisch betalen en vrijstellingsregeling wet toezicht kredietwezen per 1 juli in werking
Op 1 juli 2002 treedt de Wet elektronisch geld in werking. Dit betekent dat ook niet-bancaire instellingen voortaan elektronisch geld mogen uitgeven. Wel dienen de niet-bancaire instellingen dan, net als banken, een gezonde en prudente bedrijfsvoering te kennen en financieel solide te zijn. Hiertoe worden zij geplaatst onder toezicht, dat geënt is op het bedrijfseconomisch toezicht van banken. Het toezicht wordt uitgeoefend door de Nederlandsche Bank. De wet behelst de uitvoering van een tweetal Europese richtlijnen. Het doel van de wet is het openbreken van de markt voor niet-bancaire instellingen die elektronisch geld willen uitgeven en het stimuleren van de ontwikkeling van elektronisch geld door het vertrouwen van de consument te bevorderen.
Gelijktijdig treedt ook de Vrijstellingsregeling Wet toezicht kredietwezen 1992 in werking. Deze regeling vervangt eerdere regelingen en behelst voor bepaalde categorieën ondernemingen en instellingen, onder andere financieringsmaatschappijen, vrijstelling van de vergunningplicht en van
bedrijfseconomisch toezicht. De herziene vrijstellingsregeling bewerkstelligt onder meer dat het aantal vrijgestelde ondernemingen wordt vergroot, dat geen voorwaarden meer worden gesteld wanneer er geld worden aangetrokken van professionele marktpartijen en dat geen aanvullende integriteiteisen
meer worden gesteld.