Gemeente Doetinchem
(artikel 2 Wet voorkeursrecht gemeenten)
Aanwijzing stationsgebied
Burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem maken (ingevolge
artikel 4, lid 1 van de Wet voorkeursrecht gemeenten) bekend, dat de
raad van de gemeente Doetinchem bij besluit van 19 april 2001 de
percelen die gelegen zijn in het Stationsgebied aangewezen als gronden
waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 van de Wet voorkeurs
recht gemeenten, van toepassing zijn. De aanwijzing heeft als
planologische basis het bestemmingsplan Hamburgerbroek 2000 Fase 1
Stationsgebied, welke op 19 april 2001 is vastgesteld. De percelen
zijn nader aangegeven op de bij het besluit behorende kaart en lijst
van aangewezen percelen. Aan de aangewezen percelen worden de
bestemmingen uit te werken woondoeleinden, kantoordoeleinden,
verkeersdoeleinden 1 en 2 en spoordoeleinden toegedacht. Het besluit
van de raad van de gemeente Doetinchem van 19 april 2001 treedt in
werking een dag na publicatie in de Staatscourant van 20 april 2001,
te weten op 21 april 2001, en geldt tot het moment dat de toegedachte
bestemming gerealiseerd is.
Aanbiedingsplicht
Door het besluit van de raad tot aanwijzing van de percelen gelegen in
het Stationsgebied als gronden waarop een voorkeursrecht is gevestigd
en de publicatie in de Staatscourant wordt onder andere de
aanbiedingsplicht als bedoeld in artikel 10 lid 1 van de Wet
voorkeursrecht gemeenten van toepassing verklaard. Die aanbiedings
plicht houdt in dat de eigenaren en/of zakelijk gerechtigden van de in
het besluit aangewezen gronden, wanneer zij hun eigendom of hun recht
willen verkopen en leveren, dit eerst aan de gemeente Doetinchem te
koop moeten aanbieden alvorens verkoop aan anderen mogelijk is.
Bezwaar en voorlopige voorziening
Op het besluit van de raad van de gemeente Doetinchem tot het
aanwijzen van de percelen gelegen in het Stationsgebied als gronden
waarop een voorkeursrecht is gevestigd, is de rechtsbescherming die de
Algemene wet bestuursrecht biedt van toepassing. Dit houdt in dat
belanghebbenden gedurende zes weken na dagtekening van deze publicatie
in de Staatscourant tegen dit besluit een bezwaarschrift kunnen
indienen. In het ondertekende bezwaarschrift moet worden opgenomen: de
naam en het adres van de belanghebbende, de datum, een omschrijving
van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het
bezwaar (de motivering). Het bezwaarschrift kunt u sturen naar de raad
van de gemeente Doetinchem, Postbus 9020, 7000 HA Doetinchem.
Vervolgens kunnen belanghebbenden, indien zij het niet eens zijn met
de beslissing op het bezwaarschrift, beroep instellen bij de
Arrondissementsrechtbank te Zutphen, Postbus 205, 7200 AE Zutphen.
Indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit van de raad van de
gemeente Doetinchem, bestaat tevens de mogelijkheid om de President
van de Arrondissementsrechtbank Zutphen te verzoeken om een voorlopige
voorziening te treffen. De President zal de verzoeker alleen
ontvankelijk verklaren, indien daarbij een spoedeisend belang kan
worden aangetoond.
Ter inzage
Het besluit op basis waarvan het voorkeursrecht is gevestigd en de
daarbij behorende stukken (de lijst van aangewezen percelen en de
kadastrale tekening van aangewezen percelen) liggen vanaf 23 april
2001 ter inzage in het informatiecentrum in het stadhuis. De
openingstijden van het informatiecentrum zijn maandag tot en met
vrijdag van 9.00 tot 15.00 uur en dinsdagavond van 17.30 tot 19.00
uur. Inzage op donderdagavond is mogelijk van 17.00 tot 20.00 uur, na
telefonische afspraak met de heer R.F. Nijland of de heer B.C.
Brouwer.
Registratie
Voorts houdt de gemeente een registratie bij. Deze registratie bevat
gegevens per perceel of perceelsgedeelte die nodig zijn voor het
verkrijgen van een goed inzicht in het gevestigde voorkeursrecht. Ook
deze registratie ligt met ingang van 23 april 2001 ter inzage in het
informatiecentrum.
Voor nadere inhoudelijke informatie kunt u zich richten tot de heer
R.F. Nijland, tel. (0314) 377471 of de heer B.C. Brouwer, tel. (0314)
377475.