VERENIGING VOOR ZOOGDIERKUNDE
Zeldzame vleermuizen in Nederland aangetroffen
In Utrecht is voor het eerst een Brandt's vleermuis (Myotis brandtii)
in de winter aangetroffen, in Zuid-Holland voor het eerst sinds
halverwege de vorige eeuw weer een Vale vleermuis (Myotis myotis). In
Overijssel werd in 1999 voor het eerst een Bechstein's vleermuis
(Myotis bechsteinii) aangetroffen. Afgelopen winter waren dit er al
drie.
Brandt's vleermuizen werden tot 2000 alleen in de Zuid-Limburgse
kalksteengroeven aangetroffen. Vorig jaar werd voor het eerst een
Brandt's vleermuis in Gelderland aangetroffen. Deze soort was ook deze
winter weer met één exemplaar in Gelderland vertegenwoordigd en heeft
nu dus gezelschap gekregen in Utrecht.
Vale vleermuizen, met een spanwijdte van maximaal 43 cm de
grootste Nederlandse soort, kwamen tot 1950 nog vrij algemeen voor in
het zuiden en oosten van Nederland, zowel in de zomer als in de
winter. Ten noorden van de grote rivieren werden ze alleen 's winters
waargenomen. In de jaren zeventig was hun aantal zo sterk gedaald dat
ze daarna alleen nog in kleine aantallen in Limburg en een enkele keer
daarbuiten waargenomen werden. De waarneming in Zuid-Holland is de
tweede waarneming in het westen van Nederland sinds de daling in de
jaren zeventig.
Bechstein's vleermuizen zijn in Nederland in de vorige eeuw
altijd al zeldzaam geweest en werden tot 1999 alleen in de
Zuid-Limburgse kalksteengroeven aangetroffen, meestal 0 tot 3 dieren
per winter.
Deze waarnemingen zijn gedaan door vrijwilligers van de Vereniging
voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming (VZZ) en andere
vleermuisorganisaties in het kader van het Netwerk Ecologische
Monitoring (NEM). Het NEM is een samenwerkingverband van overheden,
onderzoeksinstituten en particuliere gegevensbeherende organisaties,
zoals de VZZ. Het NEM verschaft de overheid inzicht hoe het met
bepaalde dier- en plantensoorten is gesteld en de overheid kan, indien
noodzakelijk en mogelijk, daarop het natuurbeleid aanpassen.
Halverwege de vorige eeuw zijn in Nederland veel vleermuissoorten
dramatisch in aantal achteruitgegaan en zijn enkele soorten
uiteindelijk zelfs uitgestorven. In de laatste decennia van de vorige
eeuw lijkt een aantal soorten zich weer te herstellen, maar de
aantallen die momenteel worden aangetroffen, liggen voor de meeste
soorten nog steeds ver beneden de aantallen die vroeger werden
gevonden.
Afgelopen winter werden ongeveer 10.000 vleermuizen geteld,
verdeeld over 12 soorten. De vleermuizen werden aangetroffen in
klaksteengroeven, bunkers, (ijs)kelders, forten en waterputten. De
Watervleermuis was zoals gewoonlijk veruit de talrijkste (ca. 5.000).
Andere soorten die in relatief grote aantallen werden aangetroffen
zijn de Baardvleermuis, de Franjestaart en de Grootoorvleermuis (750
tot 1.500 exemplaren). Een aantal soorten wordt slechts in (zeer)
kleine aantallen aangetroffen. Dit zijn de Gewone en de Ruige
dwergvleermuis, de Meervleermuis en de Laatvlieger, soorten die met
name in objecten overwinteren die niet te controleren zijn, zoals
spouwmuren en holle bomen. Naast de drie eerder genoemde zeldzame
soorten is ook de zeldzame Ingekorven vleermuis weer aangetroffen.
Bekijken we de trends van de getelde aantallen over de periode
1990-2000 (de gegevens van afgelopen winter zijn nog niet verwerkt),
dan blijken 5 soorten in toenemende aantallen te worden aangetroffen
(Ingekorven vleermuis, Gewone grootoorvleermuis, Franjestaart, Gewone
baardvleermuis, Watervleermuis). Bij één soort schommelt de trend
dusdanig dat niet gesproken kan worden van een af- of toename (Vale
vleermuis). Van de overige zes soorten zijn te weinig gegevens
beschikbaar om een uitspraak te kunnen doen (Laatvlieger, Gewone- en
Ruige dwergvleermuis, Meervleermuis, Bechstein's vleermuis, Brandt's
vleermuis).
De verwerking van de gegevens wordt uitgevoerd in samenwerking met
het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De VZZ en het CBS zullen
ook in de toekomst de coördinatie en verwerking van de verzamelde
gegevens voortzetten en zo de trends blijven volgen.
Voor de redactie
Voor meer informatie kunt u terecht bij het bureau van de VZZ in Arnhem: V. Dijkstra, tel. 026-3705318, email: v.dijkstra@vzz.nl. Voor informatie over de berekening van trends kunt u contact opnemen met het CBS in Voorburg: A. van Strien, tel. 070-3374214, email: ASIN@cbs.nl.
Zie ook onze websites: www.vzz.nl of www.vleermuis.net.
23 apr 01 19:39