5e Nota Ruimtelijke Ordening mist visie
De 5e nota RO moet, meer dan thans het geval is, worden gedragen door een
helder, eenduidig ruimtelijk toekomstbeeld, nu mist het een missie. Dat zal
CDA woordvoerder Gerd Leers 23 april as. stellen tijdens het nota-overleg
dat de Kamer dan voert.
Leers: "Deze missie is wat het CDA betreft: de ruimtelijke inrichting van
Nederland in kwalitatief opzicht de komende decennia naar een hoger niveau
tillen, waarbij ook de zwakkere groepen in de samenleving en de 'zachte'
ecologische en landschappelijke waarden volop tot hun recht kunnen komen."
Leers zal maandag nog een negental andere christendemocratische punten
benadrukken uit zijn 'tien puntenplan', te weten:
1) In en rond stedelijke gebieden moeten 'groene contramallen' (grootschalig
recreatief groen) worden ontwikkeld als tegenhanger van verdere
verstedelijking. Deze groene contramallen moeten worden gefinancierd d.m.v.
regionale groenfondsen, waar zowel overheden als
bouwers/projectontwikkelaars aan bijdragen.
2) Om de verstedelijkingsdruk vanuit met name de Noordvleugel van de
Randstad op kwetsbare landschappen als de Utrechtse Heuvelrug en delen van
het Groene Hart te verminderen, moet de benodigde extra ruimte voor wonen en
werken hoodzakelijk in de 'buitenflank' van de Randstad worden gezocht (o.a.
groeikernen Flevoland). Het CDA wijst grootschalige woningbouw in de
Bollenstreek of rond Schiphol af.
3) De 5e nota moet nadrukkelijk worden beschouwd als richtinggevend
integratiekader voor het sectoraal beleid. Dit betekent onder meer dat de
investeringen in infrastructuur die in het NVVP worden opgenomen een
afgeleide moeten zijn van de ruimtelijke keuzes die in de definitieve versie
van de 5e nota worden gemaakt, en niet omgekeerd.
4) Er dient meer gewerkt te worden vanuit een integrale gebiedsgerichte
aanpak. Daartoe moeten op regio-niveau allianties worden aangegaan tussen
overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Het recente
initiatief van de ANWB, AVBB, Vereniging Natuurmonumenten en VNO-NCW
('Samen, Anders, Beter') biedt een systematiek (verevening van kosten en
baten in een gebied) die het waard is om concreet te worden toegepast.
5) Voor de realisering van de gestelde doelen zijn 'dictaten' van het Rijk
naar lagere overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven niet
toereikend en veelal contraproductief. Dit betekent onder meer dat
provincies zélf moeten kunnen bepalen of zij in de balansgebieden rond elke
kern een rode contour willen trekken, of dat zij de uitbreidingsruimte via
bijv. woningcontingenten willen vastleggen. Limburg is immers niet
Friesland, en de Randstad niet Drenthe.
6) 'Extra ruimte voor water' wordt nog te vaak als een beperking gezien en
te weinig als een kans/uitdaging om tot creatieve combinaties van functies
te komen. Voorbeeld: de waterbergingsfunctie van het Markermeer kan prima
gecombineerd worden met één of meer drijvende wijken, bijv. ter hoogte van
Lelystad.
7) Om de bestuurlijke samenwerking binnen de (nationale) netwerksteden te
waarborgen en te versterken moet de nieuwe Kaderwet voldoende handvatten
bieden, waarbij regionale verscheidenheid mogelijk moet zijn. De schaal van
de Kaderwetregio's moet beter aansluiten op de in de 5e nota aangewezen
stedelijke netwerken.
8) De tijdige aanleg van infrastructuur is van doorslaggevende betekenis
voor de realisatie van de ambities. Het CDA kiest daarom voor spoedige
realisatie van projecten als 'rondje Randstad'/Deltaflyer en diverse
lightrailnetwerken. Zonodig moet het Rijk gedurende de eerste jaren van de
exploitatie (een groter deel van) de aanloopverliezen voor haar rekening
nemen.
9) Een duurzaam producerende en economisch gezonde agrarische sector is
essentieel voor de leefbaarheid van het landelijke gebied en het behoud van
de open ruimte. De landbouw mag daarom binnen de 5e nota niet als 'restpost'
worden afgedaan. Binnen de groene contour, voorzover het geen puur
natuurgebied is, zal ruimte moeten blijven voor duurzame landbouw en
agrarisch natuurbeheer.