CDA

MKZ tijdbom voor Europese platteland

De uitbraak van mond en klauwzeer in Frankrijk kan een tijdbom zijn voor het Europese platteland. De voornaamste oorzaak is daarvoor dat Frankrijk bepaald niet adequaat heeft gereageerd op de uitbraak in Groot Brittannië. Tienduizenden schapen en runderen zijn in de weken voorafgaand aan de uitbraak in Groot-Brittannië in Frankrijk uit het Verenigd Koninkrijk geïmporteerd. Ondanks het Europese identificatiesysteem zijn een groot aantal runderen en duizenden schapen niet getraceerd. Ook was er geen adequate controle op veetransporten van deze dieren.

Opvallend is dat mond- en klauwzeer in Frankrijk niet is geconstateerd bij geïmporteerde dieren en ook niet op een bedrijf waar Britse dieren werden gehouden. Het verhaal is nu dat de oorzaak een naburig bedrijf is met vee uit Groot-Brittannië. Bij dat vee is overigens geen mond- en klauwzeer aangetoond. Voor Nederland is de Franse situatie een nieuwe bron voor risico's. Tot dinsdag 13 maart jongstleden werd in Nederland nog steeds vee uit Frankrijk geïmporteerd. Uit deze situatie wordt zeer duidelijk dat een adequaat nationaal beleid niet meer afdoende is. Bepalend is de Europese aanpak en de controle daarop.

Daarnaast blijft de import uit derde landen een groeiend risico. Nederland importeert onder meer grote hoeveelheden rundvlees uit Argentinië. Sinds 1999 zijn daar 11 miljoen koeien gevaccineerd voor mond- en klauwzeer en is het land in drie zones opgedeeld wat betreft mond- en klauwzeer. De rol van Nederland is daarbij opvallend. Ten tijde van de grootschalige import van rundvlees uit Ierland en Noord-Ierland kwam daar vrijwel zeker op behoorlijke schaal BSE voor. Nu gaat voor de productie van Argentijns rundvlees met betrekking tot mond- en klauwzeer hetzelfde op.

De CDA-delegatie heeft voor de bestrijding en preventie op langere termijn de volgende voorstellen gedaan.


1. De controle op vlees uit landen buiten de Europese Unie dient te worden verscherpt.

2. Het gebruik van keuken afval als veevoer moet worden verboden ( Is in Nederland sinds jaar en dag standaard) .

3. Het transport van levend vee ten behoeve van de slacht over grote afstanden moet worden verboden. Uit het oogpunt van diergeneeskundige voorzorg en van dierenwelzijn is er alles voor te zeggen een maximum afstand voor vervoer van vee voor de slacht vast te leggen.
4. De verschillen in aanpak tussen de lidstaten is te groot. De EU moet gerichte bevoegdheden om maatregelen af te dwingen.