RAAD VOOR HET LANDELIJK GEBIED
een NATUUROFFENSIEF vergt MEER dan alleen EXTRA GELD
Een NATUUROFFENSIEF vergt MEER dan alleen EXTRA GELD
De natuur vraagt extra aandacht. Terecht wil de Tweede Kamer dat de
regering in de aanval gaat met een natuuroffensief. Maar er is méér
nodig dan alleen extra geld voor een snellere uitvoering van bestaande
plannen, zoals de aanleg van grote aaneengesloten natuurgebieden in de
Ecologische Hoofdstructuur. Oók de wijze van afweging en
besluitvorming moet veranderen. In alle overheidssectoren en op alle
bestuursniveaus moet de natuur meer vanzelfsprekend tussen de oren
komen te zitten om recht te doen aan de verwachtingen die de
samenleving heeft van het omgaan met natuur. Alleen dan kan worden
voorkomen dat aan de ene kant wordt afgebroken wat aan de andere met
behulp van veel geld wordt opgebouwd. De samenleving verliest anders
het vertrouwen in de overheid als hoeder van de natuur. Dat ondermijnt
de aanwezige betrokkenheid en vaak vrijwillige inzet van vele mensen
in Nederland.
Dit schrijft de Raad voor het Landelijk Gebied, het belangrijkste
adviesorgaan van de regering op het terrein van landbouw,
natuurbeheer, recreatie en visserij, in het advies DE NATUUR VAN HET
DRAAGVLAK, dat vandaag aan staatssecretaris Geke Faber van
Natuurbeheer is uitgebracht. De staatssecretaris had de raad gevraagd
haar te adviseren over hoe de politiek-maatschappelijke basis voor het
natuurbeleid te onderhouden en te versterken, omdat zij
constateert dat: in de praktijk het natuurbeleid en -belang (..) niet
altijd vanzelfsprekend en in voldoende mate worden meegenomen in de
politiek-maatschappelijke besluitvorming. Economische belangen
prevaleren snel boven natuurbelangen. Gelet op het grote belang van de
natuur in ons land acht ik een verdere verbetering van de
politiek-maatschappelijke basis voor het natuurbeleid gewenst.
Met het maatschappelijk draagvlak voor de natuur is het nu helemaal niet zo slecht gesteld, meent de raad. Zo zijn veel mensen lid van een natuurbeschermingsorganisatie en in de vrije tijd trekken velen massaal naar buiten, de natuur en het landelijk gebied in. Het grootste probleem van dit moment is dat dat draagvlak onvoldoende wordt benut bij het realiseren van het tot nu toe vastgestelde natuurbeleid. De overheid moet duidelijker staan voor de noodzaak van het natuurbehoud en natuurherstel en de zorg voor de natuur ook laten doorklinken in besluitvorming over andere plannen, projecten en functies. Hierbij kan men denken aan woningbouwprojecten en de aanleg van infrastructuur, maar evenzeer aan de manier waarop welke agrarische activiteiten plaatsvinden in de groene ruimte. Het is zaak meer aan te sluiten bij de behoefte van grote delen van de samenleving om de kwaliteit van de dagelijkse leefomgeving te verbeteren. Kortom: een betere natuur begint bij het openbaar bestuur.
De beperkte verinnerlijking van natuur en natuurbeleid bij bestuurders
en het overheidsapparaat is een belangrijke hindernis bij de
uitwerking en doorwerking van het natuurbeleid. De
politiek-bestuurlijke prioriteit die natuur en natuurbeleid in de
praktijk krijgt, is naar de mening van de raad geen juiste
afspiegeling van de betrokkenheid en waardering van de samenleving
voor de natuur. Dit manco heeft ook nog een ander negatief effect op
de positie van het natuurbeleid. Het openbaar bestuur draagt een
specifieke verantwoordelijkheid voor collectieve waarden zoals natuur,
maar juist datzelfde bestuur blijft op dit punt achter bij de
maatschappelijk gevoelde prioriteit. Dat nu werkt demotiverend en
heeft zo een negatief effect op het draagvlak en de inzetbereidheid
van individuen en groepen in de samenleving. Immers:
1. individuele burgers en de samenleving als geheel worden niet
gemotiveerd om het natuurbelang te laten prevaleren bij het verbinden
van consequenties aan de overeengekomen zorg voor natuur; persoonlijke
en kortere termijn-belangen blijven een te grote rol spelen;
2. twijfels over de 'hardheid' van de overheidsintenties, de
beleidscontinuïteit, de inzet van instrumenten en een adequate
beschikbaarheid van middelen, worden niet weggenomen maar eerder
versterkt. De participatiebereidheid wordt daardoor zeker niet
bevorderd.
Aanpassingen in de politiek-bestuurlijke benadering van natuur en
natuurbeleid zullen tot meer herkenning van dat beleid in de
samenleving leiden. Dit kan perspectieven bieden voor een betere
benutting van het aanwezige maatschappelijk draagvlak ten behoeve van
het vastgestelde beleid. Een 'voorbeeldig' overheidshandelen zal
bovendien ook anderen stimuleren om natuur en natuurbeleid een hogere
prioriteit te geven in het denken en doen. Een consequenter en
maatschappelijk beter gefundeerd overheidshandelen ten aanzien van
natuur en het verwerven van meer expliciete steun voor het
natuurbeleid in de samenleving, vormen een majeure opgave die een
grote inzet en standvastigheid vergt. Het belang van een adequaat en
breed gedragen natuurbeleid rechtvaardigt die inzet, met als
hoofdpunten:
1. een betere verinnerlijking van natuur en natuurbeleid.
Het beter doorwerken van het natuurbeleid in andere sectoren - de
facetmatige doorwerking - en een meer volledige uitwerking en
realisering van het beleid, zijn essentieel voor blijvende 'winst'.
Economisering van beleidsdoelen kan een praktische uitwerking zijn van
de beoogde doorwerking en verankering van de zorg voor natuur in
beleid en samenleving: door het via de markt belonen van keuzen of
inspanningen vóór de natuur (van burgers, eigenaren en beheerders,
overheden), dan wel het belasten van natuuronvriendelijk gedrag;
2. herkenbaarheid van de beleidsdoelen.
Een betere aansluiting van het beleid bij 'mensenwensen' is voor het
beter benutten van het maatschappelijk draagvlak een belangrijke en
kansrijke strategie. Voorwaarde is dat deze verbreding niet ten koste
mag gaan van de aandacht voor bestaande, 'oude' prioriteiten;
3. duidelijkheid en continuïteit.
Het volgen van een heldere en vaste lijn in doelen, instrumenten en
informatievoorziening, is een belangrijke voorwaarde voor de
(rijks)overheid om te worden herkend als consistent en betrouwbaar.
Alleen op die basis kan maximale medewerking en minimale weerstand bij
de beleidsrealisering worden bereikt;
4. voorkomen of beperken van weerstanden.
Weerstand in de realiseringsfase van het beleid kan worden beperkt -
soms voorkomen - door een andere aanpak: bij de planvorming, het
benaderen en betrekken van belanghebbenden en het verstrekken van
informatie.
Het door de Tweede Kamer gevraagde natuuroffensief, bedoeld om een
versnelling van de uitvoering te realiseren, zal naar de mening van de
raad dus meer moeten omvatten dan alleen een extra pot met geld. Er
zal tegelijkertijd een inhaalslag moeten worden gemaakt in het
natuurinclusief denken. Overheden zullen meer bestuurlijke moed aan de
dag moeten leggen en (inter)nationale wet en regelgeving serieuzer
moeten uitleggen, toepassen en naleven. Het belangrijkste blijft
echter om de doelen en noodzaak van het beleid te verhelderen en
daarvoor bij alle partijen respect te krijgen. Dat vraagt om een
voorbeeldig overheidsoptreden waarbij alle belangen worden onderkend
zonder daarbij de noodzakelijke zorg voor de natuur uit het oog te
verliezen. Waar dat mogelijk en doelmatig is moeten boeren, burgers en
buitenlui actief worden ingeschakeld bij de uitvoering van het
natuurbeleid.
Vorming, kennisoverdracht en informatievoorziening zijn essentieel
voor een goed begrip en een goede doorwerking van het natuurbeleid. Op
deze punten is nog veel verbetering mogelijk. Rattenvangers van
Hamelen, die belang hebben bij het verspreiden van desinformatie,
zoals rond de Europese Vogelrichtlijn, moet de wind uit de zeilen
worden genomen. Alleen als voor een ieder duidelijk is wat de in het
geding zijnde waarden zijn en welk belang die vertegenwoordigen kan
het draagvlak voor het natuurbeleid en daarmee samenhangende
projecten, wet- en regelgeving worden geoptimaliseerd en ten volle
benut. Nu krijgen partijen die zich bedreigd voelen nog wel eens de
ruimte om zich op grond van onvolledige, tendentieuze of zelfs
onjuiste informatie maatschappelijke weerstand te organiseren. Alleen
goede en tijdige informatie kan dat voorkomen.
Bij de realisatie van het natuurbeleid moet zorgvuldig met belangen
van direct betrokkenen worden omgegaan, maar Nimby-achtige bezwaren
moeten niet worden gehonoreerd. Het algemeen maatschappelijk belang
van de natuur zal in voorkomende gevallen soms zwaarder wegen dan het
persoonlijke belang van een individu.